COGS, SMALL COGS and BOATS, 13e t/m 17e eeuw, Karel Vlierman

€ 124,50
Ophalen of Verzenden
Afhaalpunt voor € 5,99 of thuis voor € 8,75
Thuisbezorgd voor € 14,50
201sinds 5 apr. '25, 20:14
Deel via
of

Kenmerken

ConditieNieuw
Periode14e eeuw of eerder

Beschrijving

COGS, SMALL COGS and BOATS
The Thirteenth Until Sixteenth Century Dutch and Flemish Archaeological Finds from the Hanseatic Shipbuilding Tradition in a Broader Perpective
De dertiende tot en met de zestiende eeuw Nederlandse en Vlaamse archeologische vondsten uit de Hanzescheepsbouw traditie in een breder perspectief
auteur: Karel Vlierman
taal: Engels
bindwijze, hardcover
aantal pagina's, 996
De monografie (in twee delen) en de map met de 70 technische tekeningen -in A0, A1 en A2-formaat- worden samen geleverd in een fraaie cassette.
hoofduitgeverij, Stichting Promotie Archeologie, SPA
product breedte 218 mm, hoogte 257 mm, lengte 340 mm
kan gehaald of verzonden worden
nieuwprijs 249,00 euro
50% korting
124,50 euro

samenvatting;
From the thirteenth to the fifteenth century an important part of the economy in northwestern Europe was based on trade in the Hanseatic League. The main means of transport consisted of ships, mainly cogs. The importance of this type of ship was already apparent from medieval documents, miniatures, and other sources. However, until the mid-twentieth century, no material remains of such ships were known. Results from archaeological excavations of shipwrecks had to be awaited for greater clarity on the construction, technology and appearance of these ships.

One of the world's largest collections of medieval shipwrecks emerged after the Second World War during the partial reclamation of the IJsselmeer lake (the former Zuiderzee inlet) in the Netherlands, where three polders were created from 1942 onwards. During these works, hundreds of shipwrecks from the period between 1250 and 1900 were discovered, about twenty of these being cogs. The first cog was excavated in 1944. The famed cog, with its remarkable construction and the ingenious manner in which the seams between the planks were made watertight using moss, laths and iron clamps, clearly demanded an in-depth study. The Netherlands were an ideal place to start, as more than half of all the cog wrecks in Europe have been found, (partially) excavated and studied in the Netherlands.

Maritime archaeologist Karel Vlierman has excavated shipwrecks all his working life. He dedicated himself to the research of these ships, including two cogs found at Doel near Antwerp and the recently uncovered cog from the river IJssel near Kampen. His research of more than twenty years has resulted in a monograph of 996 illustrated pages, together with some 70 large technical drawings of all the investigated cogs and their reconstructions. The monograph (in two volumes) and the folder with the 70 technical drawings -in A0, A1 and A2 format- together come in a fine slipcase.

Karel Vlierman explains the shipbuilding tradition of the Hanseatic period in detail and clarifies the differences between the cog and, for example, the 'nef' of the southern North Sea, which belongs to the Nordic or Scandinavian tradition. Based on the finds excavated at Kampen, he considers it very likely that a shipyard was located there in the late thirteenth and early fourteenth century. The largest piece of woollen sail ever excavated was discovered at Kampen. Hundreds of typical iron clamps too were found, some of them unused, suggesting a blacksmith's workshop specifically dedicated to producing them. Ships could be hauled out from the water and, after repairs, sail to the Zuiderzee via the IJssel. This is the first cog shipyard ever to be discovered in the Netherlands.

Until the 'IJssel cog' was discovered and excavated near Kampen, the so-called 'Nijkerk-II' was the best-preserved known cog. The analysis of this cog was the starting point for this study, together with the experience gained during the construction of a replica of it, the so-called Kamper Kogge (Kampen Cog). It gradually became clear that there had been a tradition of cog building. Through studying and drawing all the cog wrecks, it was possible to make reconstruction drawings of many of them, with the benefit of evidence already obtained from other wrecks.

This voluminous and impressive book will set the standard for publications on maritime archaeology for decades to come, as it is the landmark handbook for the way in which shipwrecks should be documented, described, and reconstructed. The detailed manner in which the technical drawings have been created makes it possible to construct virtual 3D models. The vectorised drawings are of a very high quality and are available digitally.

In addition, Karel Vlierman created about twenty artists&; impressions of the cogs as they must have looked during operation and of life on board. These not only appear in a large format in the book but are also available as postcards and posters.

This will be the standard work on cogs, the first of its kind to be published, with the size and scope of the study unequaled in any area of maritime archaeology. The famous publication on the sixteenth-century ship Mary Rose comes close but is about a single ship only. The present book on cogs covers the entire spectrum of these vessels, from seagoing ships to boats and barges plying the inland waterways and even a possible military cog for army transport.

Van de dertiende tot de vijftiende eeuw was een belangrijk deel van de economie in Noordwest-Europa gebaseerd op de handel in de Hanze. Het belangrijkste transportmiddel bestond uit schepen, voornamelijk koggen. Het belang van dit type schip bleek al uit middeleeuwse documenten, miniaturen en andere bronnen. Tot het midden van de twintigste eeuw waren er echter geen materiële resten van dergelijke schepen bekend. Er moest worden gewacht op resultaten van archeologische opgravingen van scheepswrakken om meer duidelijkheid te krijgen over de constructie, techniek en het uiterlijk van deze schepen.

Een van 's werelds grootste collecties middeleeuwse scheepswrakken kwam na de Tweede Wereldoorlog aan het licht tijdens de gedeeltelijke drooglegging van het IJsselmeer (de voormalige Zuiderzee-inham) in Nederland, waar vanaf 1942 drie polders werden aangelegd. Tijdens deze werkzaamheden werden honderden scheepswrakken uit de periode tussen 1250 en 1900 ontdekt, waarvan ongeveer twintig koggen. De eerste kogge werd in 1944 opgegraven. De beroemde kogge, met zijn opmerkelijke constructie en de ingenieuze manier waarop de naden tussen de planken waterdicht werden gemaakt met mos, latten en ijzeren klemmen, vroeg duidelijk om een ​​diepgaande studie. Nederland was een ideale plek om te beginnen, aangezien meer dan de helft van alle koggewrakken in Europa in Nederland zijn gevonden, (deels) opgegraven en bestudeerd.

Maritiem archeoloog Karel Vlierman heeft zijn hele werkzame leven scheepswrakken opgegraven. Hij wijdde zich aan het onderzoek van deze schepen, waaronder twee koggen die bij Doel bij Antwerpen zijn gevonden en de onlangs opgegraven kogge uit de IJssel bij Kampen. Zijn ruim twintig jaar durende onderzoek resulteerde in een monografie van 996 geïllustreerde pagina's, samen met zo'n 70 grote technische tekeningen van alle onderzochte koggen en hun reconstructies. De monografie (in twee delen) en de map met de 70 technische tekeningen -in A0, A1 en A2-formaat- worden samen geleverd in een fraaie cassette.

Karel Vlierman legt de scheepsbouwtraditie uit de Hanzeperiode uitgebreid uit en verduidelijkt de verschillen tussen de kogge en bijvoorbeeld de 'nef' van de zuidelijke Noordzee, die tot de Noordse of Scandinavische traditie behoort. Op basis van de vondsten die bij Kampen zijn opgegraven, acht hij het zeer waarschijnlijk dat daar eind dertiende en begin veertiende eeuw een scheepswerf was gevestigd. Het grootste stuk wollen zeil dat ooit is opgegraven, werd ontdekt in Kampen. Ook werden er honderden typische ijzeren klemmen gevonden, waarvan sommige ongebruikt, wat suggereert dat het een smidse was die zich specifiek toelegde op de productie ervan. Schepen konden uit het water worden gehaald en na reparaties via de IJssel naar de Zuiderzee varen. Dit is de eerste koggewerf die ooit in Nederland is ontdekt.

Tot de 'IJsselkogge' bij Kampen werd ontdekt en opgegraven, was de zogenaamde 'Nijkerk-II' de best bewaarde bekende kogge. De analyse van deze kogge vormde het uitgangspunt voor deze studie, samen met de ervaring die werd opgedaan bij de bouw van een replica ervan, de zogenaamde Kamper Kogge. Gaandeweg werd duidelijk dat er een traditie van koggebouw bestond. Door alle koggewrakken te bestuderen en te tekenen, was het mogelijk om van veel ervan reconstructietekeningen te maken, met behulp van reeds verkregen bewijsmateriaal van andere wrakken.

Dit omvangrijke en indrukwekkende boek zal de norm bepalen voor publicaties over maritieme archeologie voor de komende decennia, omdat het het toonaangevende handboek is voor de manier waarop scheepswrakken moeten worden gedocumenteerd, beschreven en gereconstrueerd. De gedetailleerde manier waarop de technische tekeningen zijn gemaakt, maakt het mogelijk om virtuele 3D-modellen te construeren. De gevectoriseerde tekeningen zijn van zeer hoge kwaliteit en zijn digitaal beschikbaar.

Daarnaast creëerde Karel Vlierman een twintigtal kunstenaars&; impressies van de koggen zoals ze er tijdens de werking en het leven aan boord uitgezien moeten hebben. Deze verschijnen niet alleen in groot formaat in het boek, maar zijn ook verkrijgbaar als ansichtkaarten en posters.

Dit zal het standaardwerk over koggen zijn, het eerste in zijn soort dat wordt gepubliceerd, met een omvang en reikwijdte van de studie die ongeëvenaard is in elk gebied van maritieme archeologie. De beroemde publicatie over het zestiende-eeuwse schip Mary Rose komt in de buurt, maar gaat slechts over één schip. Het huidige boek over koggen bestrijkt het hele spectrum van deze vaartuigen, van zeeschepen tot boten en binnenschepen die de binnenwateren bevaren en zelfs een mogelijke militaire kogge voor legertransport.
Advertentienummer: m2254002273