gravure

Zie omschrijving
Ophalen of Verzenden
120sinds 15 jan. '25, 12:50
Deel via
of

Beschrijving

----Het Belegh der Stadt Bergen op Soom in den Jaare MDLXXXVIII,

originele kopergravure Jan Luyken.

Originele kopergravure uit ca. 1730
Bladafmetingen: ca. 41 x 34 cm.
Bfbeeldingsafmetingen: ca. 34 x 26 cm.

Bergen op Zoom zonder succes belegerd door het leger van de hertog van Parma, 23 september tot 13 november 1588. Op de voorgrond een ruitergevecht tussen de gebroeders Backx en Spaanse ruiters, in de verte de stad, legers en legerkamp van Parma.

Illustratie voor:
Clerc, Jean le, Geschiedenissen der Vereenigde Nederlanden, 3 delen. Amsterdam: Zacharias Chatelain (II), Amsterdam 1730-1738, dl. I, nr. 27.

Klein scheurtje bij de vouw. Boven de afbeelding enkele ouderdomsvlekken.

50 euro. (Roosendaal)

Aan het begin van het beleg door Parma waren er slechts 1.068 Staatse militairen in de stad, voornamelijk Engelsen en Schotten. De militaire leiding was in handen van gouverneur Thomas Morgan uit Wales, de oom van Charles Morgan (1575-1642). Deze liet gedurende het gehele beleg de burgers van Bergen op Zoom, zowel mannen als vrouwen, doorwerken aan de vestingwerken. Het was van belang om het havenkanaal in handen te houden en zo de bereikbaarheid van de Bergse haven veilig te stellen.
Aan weerszijden van het havenkanaal lagen twee forten: de Noord- en de Zuidschans. De laatste is beter bekend als de Waterschans en kan sinds 2018 weer bezocht worden. Doordat de haven bereikbaar bleef konden de belegerden worden voorzien van vers voedsel, nieuwe troepen, wapens en soldij. Hierdoor bleven de soldaten gemotiveerd om door te vechten.

De belegerden hadden nog een extra bondgenoot, namelijk het zeewater. Doordat diverse polders onder water waren gezet was dit een gebied geworden dat voor de Spaansgezinde troepen vrijwel ontoegankelijk werd. Waar zij wel konden doordringen werden vliegensvlug forten gebouwd. De burgers van Bergen op Zoom werkten aan een (tijdelijke) verschansing op het slik ten zuiden van de Zuidschans, genaamd de Burgerschans. Aan de noordzijde werd de linie van De Eendracht versterkt, een rij van forten en versterkingen vanaf Bergen op Zoom door de geïnundeerde polders tot nabij Vossemeer. Het lukte Parma hierdoor niet om de stad volledig te omsingelen.

De Spanjaarden bedachten een plan om de Noordschans in te nemen. Dit fort was sinds de Allerheiligenvloed van 1570 omringd door water. Twee Spaanse krijgsgevangen probeerden vaandrig Grimston over te halen tijdens zijn wacht de poort van de Noordschans te openen tijdens laag water, als het Noordland vrijwel droog viel. Grimston echter meldde het plan aan gouverneur Morgan en opperbevelhebber Peregrine Bertie, Lord Willoughby (1555-1601). Zij spraken af dat Grimston zich zogenaamd over zou laten halen om verraad te plegen.
Op 20 oktober was het zover. De poort van de Noordschans werd opengelaten en nadat er vijftig Spanjaarden binnen waren werd er een valhek neergelaten. De Spaanse militairen in het fort werden van alle kanten aangevallen en de Spanjaarden die nog buiten de poort stonden werden door musketiers onder vuur genomen. Veel van hen verdronken tijdens hun vlucht in het inmiddels opkomende water. Na twee maanden gaf Parma het beleg op en vertrok naar zijn winterkwartieren in de Zuidelijke Nederlanden.

Trots op het behoud van de stad liet het stadsbestuur in 1611 op de nieuwe voorgevel van het stadhuis in gouden letters de klassieke spreuk "MILLE PERICULIS SUPERSUM" (Duizend gevaren kom ik te boven) aanbrengen.

Zie: Erfgoed Brabant.

---´t Hof te Bergen op Zoom van binnen, 1739

---'t Kasteel van Wouw. 1739

H. Spilman, A de Haen..

Een prent van het voormalige kasteel van Wouw. Deze kopergravure is afkomstig uit "Het Verheerlykt Nederland" uitgegeven door I. Tirion.

Afbeelding van het Markiezenhof in Bergen op Zoom. Deze kopergravure komt uit "Het Verheerlykt Nederland" uitgegeven door I. Tirion.

Goed! Mooie diepe afdruk.

Gegarandeerd originele gravures, in perfecte staat.

50 euro samen. (Roosendaal)

----H. Spilman,
Stadhuis en Markt te Bergen op Zoom / Kerk en Markt te Bergen op Zoom, 1745, originele gravures 1e druk - Prent - 19 x 24 cm.

Goed! Mooie diepe afdruk.

Marktgezicht met kerk en het monumentale stadhuis naar tekeningen van Abraham de Haen. Twee gravures van 10.5 x 8 cm op een blad van 19 x 24 cm. Afkomstig uit Het verheerlykt Nederland of Kabinet van hedendaagsche gezigten (1745).

In perfecte staat.

35 euro samen.

----Antieke plattegrond Bergen op Zoom,
Merian, 1659
originele gravure,
mooi!

Afmeting afbeelding 26 bij 18 cm.

Twee vlekjes buiten de afbeelding.

Graag uw bod.

Bergen op Zoom.
Schaal [ca. 1:14.000].
[Franckfurt am Mayn : bey Caspar Merian, 1654].
1 kaart : kopergravure ; 18,5x26 cm.
Zuiden boven, titel midden boven onder kaderrand, stadswapen linksboven, rechtsboven een legenda zonder cartouche met nr 1‐13 (1.Stenberge Port, 2.Woutse Port, 3.Boss Port, 4.Haven, 5.Wasser Mühlen, 6.Wasser Port, 7.Der Hamm, 8.Bechof, 9.Mühllen bauwer, 10.Kyck in der Pott, 11.Fonteyn, 12.St Gerdreuds Cappel, 13. Zuydt Port), midden onder schaalstok "scala (10)0 Ruhten" = 2,6 cm, het stratenpatroon in
stippellijnen weergegeven, verso blank.

N.B.: De Noordschans ontbreekt op deze kaart, die net als de kaart van Dögen (zie BOZ 028) dezelfde orientatie heeft. Het begin van de verdedigingswerken in het kamp van de vijand (rond de Rayberg en doorkruist door de weg naar Wouw) staat linksboven op de kaart. Deze zelfde figuur komt ook op de kaarten beschreven onder BOZ 043 en BOZ 044 voor, maar dan rechtsonder op de kaart. In de 1659 editie komt de kaart vóór p. 40, met erna op één blad met "Löven", een profiel van Bergen op Zoom metend 12,5x51 cm (zie Fauser 1335). In 1964 verscheen een facsimile editie met een nawoord van Bert van 't Hoff bij
Bärenreiter te Kassel en Basel van de tweede uitgave in 1659 van de "Topographia Germaniae".

Caspar Merian is in 1627 in Franckfurt am Main geboren als zoon van Matthäus Merian. In 1650 zette hij de zaak van zijn vader voort en was naast uitgever ook etser en graveur. In 1659/1660 vertrok hij naar Amsterdam en associeerde zich met Willemijntje Broers. Hij stierf in 1686 te Wieuwerd in Friesland.

----Ruïne van de Groote Kerk te Bergen op den Zoom, van binnen, ziende van het Choor naar den Tooren, 1780

• prentmaker: Simon Fokke (vermeld op object)
• naar ontwerp van: Cornelis Pronk (vermeld op object)
• uitgever: Arend Fokke Simonsz. (vermeld op object)

uit:
Jan Wagenaar, Beschryving der stad Bergen op Zoom, Amsterdam 1780

Graag uw bod.

----Ruïne van het fonteintje te Bergen op Zoom
Het geruïneerd fontijntje, te Bergen op den Zoom (titel op object)
Tien gezichten van de ruïnes na het beleg en de verwoesting van Bergen op Zoom in 1747

Bezoekers bij de ruïne van het fonteintje te Bergen op Zoom. Onderdeel van de reeks met tien gezichten van de ruïnes na het beleg en de verwoesting van Bergen op Zoom door de Fransen in juni-september 1747.

Vervaardiger
• prentmaker: Simon Fokke (vermeld op object)
• naar tekening van: Cornelis Pronk (vermeld op object)
• uitgever: Arend Fokke Simonsz. (vermeld op object)

-----Clundert.
Oude, antieke prent van Klundert.
Gezicht op de stad met bovenaan titel in banderol en het stadswapen.
Onder de prent een tweetalige beknopte beschrijving van Klundert.
Handgekleurde kopergravure, uitgegeven in 1674 te Antwerpen door Caspar Bouttats.
Tekenaar: Joannes Peeters.
Hoogte: 17 cm. Breedte: 25 cm.
Afmeting papier: 30 bij 19 cm.
In perfecte staat!
70 euro.

-----The CITY of Loango,

originele, antieke gravure 1755, afm. beeld 33,5x24cm.

"Plaat XVII" in Thomas Astley, A New General Collection of Voyages and Travels, vol. 3 (Londen: Thomas Astley, 1745-1747) tegenover p. 215.

Afgeleid van Olfert Dapper, Beschrijving de l'Afrique. . . Met kaarten en figuren in taille-douce. . . Traduité du Flamand, 1e druk. (Amsterdam: Wolfgang & Co., 1686), tussen pp. 320 en 321.

Deze gravure beeldde de haven van Loango af langs de kust van Loango, inclusief een koninklijk paleis, residenties van vrouwen, wijnhuis, banketzaal en tuinen. Sommige gevangenen stonden op het punt geëxecuteerd te worden in de rechter benedenhoek. Thomas Astley (overleden in 1759) was een Britse boekhandelaar en uitgever die nooit naar Afrika ging. Zijn denkbeeldige locaties en illustraties van Afrika werden geïnformeerd door een bibliotheek met reisboeken die hij tot zijn beschikking had. Astley haalde deze afbeelding uit het werk van Olfert Dapper (1636–1689), een Nederlandse arts en schrijver. Hij schreef over wereldgeschiedenis en geografie, hoewel hij nooit buiten Nederland reisde. In een geïnformeerde bespreking van Dapper als historische bron legt Adam Jones uit dat er vrijwel geen bewijs is dat "Dapper veel interesse had in wat voor soort visueel materiaal zijn tekst moest begeleiden, en dat het de uitgever, Van Meurs, was die waarschijnlijk alle gravures zelf deed." Zelfs al zijn deze afbeeldingen gebruikt als historisch bewijs in moderne werken, Jones concludeert dat "weinig van de platen waarop mensen en artefacten staan afgebeeld van enige waarde zijn... [en] uitsluitend voortkwamen uit de verbeelding van Van Meurs" (zie "Decompiling Dapper: A Preliminary Search for Evidence," History in Africa 17 (1990): p. 187-190).

Deze fraaie, originele antieke prent met kopergravure, uitzicht op de stad Mbanza Loango in het prekoloniale Afrikaanse koninkrijk Loango - nu onderdeel van het westelijke deel van de Republiek Congo - door Jakob van Schley in 1755 - naar Olfert Dapper - werd gepubliceerd in Antoine François Prevosts 15 delen van Histoire Generale des Voyages, geschreven door Prevost en andere auteurs tussen 1746-1789.

Olfert Dapper (1639-1689)
was een Nederlandse arts en geleerde die zich toelegde op historische en geografische studies.
Hij produceerde verschillende prachtig geïllustreerde volumes waarin hij reizen in Afrika, Azië, Klein-Azië en het Midden-Oosten beschreef, waarbij hij putte uit de meest betrouwbare ooggetuigenverslagen en zijn eigen bibliotheek met reisboeken. Zijn werken waren gezaghebbend en erg populair, en vooral opmerkelijk vanwege hun uitstekende illustraties en kaarten.

90 euro.

Het koninkrijk Loango was een prekoloniale Afrikaanse staat, van ongeveer de 16e tot de 19e eeuw in wat nu het westelijke deel van de Republiek Congo is. Gelegen ten noorden van het machtigere koninkrijk Kongo, strekte de invloed van Loango zich op zijn hoogtepunt in de 17e eeuw uit van Kaap Sint-Catharina in het noorden tot bijna de monding van de Congostroom.
Loango exporteerde koper naar de Europese markt en was een belangrijke producent en exporteur van stoffen.
De Engelse reiziger Andrew Battel, toen hij daar rond 1610 was, schreef dat de voorganger van de naamloze koning die toen regeerde "Gembe" of Gymbe (gemoderniseerd als Njimbe) heette, mogelijk de stichter van het koninkrijk. Met de dood van koning Buatu in 1787 is de opvolging van het leiderschap onzeker.
Het koninkrijk is zeker ten einde gekomen met de Conferentie van Berlijn (1884-1885) uiterlijk, toen Europese koloniale machten het grootste deel van Centraal-Afrika onder elkaar verdeelden.
De oorsprong van het koninkrijk is onduidelijk. De oudste complexe samenleving in de regio was in Madingo Kayes, dat al in de eerste eeuw na Christus een nederzetting met meerdere locaties was. Op dit moment is archeologisch bewijs te schaars om veel meer te zeggen over ontwikkelingen tot het einde van de vijftiende of het begin van de zestiende eeuw.
Loango wordt niet genoemd in vroege reizigersverslagen van de regio, noch wordt het genoemd in de titels van koning Afonso I van Kongo in 1535, hoewel Kakongo, Vungu en Ngoyo, de zuidelijke buren. Het is daarom onwaarschijnlijk dat er een grote macht was aan de kust van Centraal-Afrika ten noorden van de Congostroom.
De vroegste verwijzing naar Loango in een documentaire bron is een vermelding rond 1561 door Sebastião de Souto, een priester in Kongo, dat koning Diogo I (1545-61) missionarissen stuurde om Loango tot het christendom te bekeren. Duarte Lopes, ambassadeur van Kongo bij de Heilige Stoel in Rome in 1585, vertelde dat "Loango een vriend is van de koning van Congo en er wordt gezegd dat hij in het verleden een vazal was" wat overeenkomt met Loango's afkomst uit Kakongo, een vazal van Kongo.
Nederlandse bezoekers legden het eerste traditionele verslag van de oorsprong van het koninkrijk vast in de jaren 1630 of 1640. In hun verslag, zoals gerapporteerd door de geograaf Olfert Dapper, werd de regio waar Loango zou worden gebouwd bevolkt door een aantal kleine politieke entiteiten, waaronder Mayumba, Kilongo, Piri en Wansi, "elk met hun eigen leider" die "oorlog met elkaar voerden". Hij legde vast dat de stichter van Loango, die pochte afkomstig te zijn uit het district in Nzari in het kleine kustkoninkrijk Kakongo, zelf een vazal van Kongo, over al zijn rivalen zegevierde door het behendige gebruik van allianties om degenen te verslaan die zich tegen hem verzetten, met name Wansa, Kilongo en Piri, waarvan de laatste twee twee oorlogen nodig hadden om te onderwerpen. Toen dit echter eenmaal was bewerkstelligd, gaven een aantal meer noordelijke regio's, waaronder Docke en Sette, zich vrijwillig over. Nadat hij de verovering had voltooid, trok de nieuwe koning noordwaarts en nadat hij op verschillende plaatsen nederzettingen had gesticht, bouwde hij uiteindelijk zijn hoofdstad in Buali in de provincie Piri (waar de etnische naam "Muvili" uiteindelijk van is afgeleid).
De Engelse reiziger Andrew Battel schreef toen hij daar was rond 1610, dat de voorganger van de naamloze koning die toen regeerde "Gembe" of "Gymbe" heette (gemoderniseerd als "Njimbe"). Een Nederlandse beschrijving die in 1625 werd gepubliceerd, zei dat een heerser die enige tijd voor die datum was overleden, 60 jaar had geregeerd en dus rond 1565 de troon had overgenomen. De documentaire chronologie maakt het dus zeer waarschijnlijk dat Njimbe de stichter en eerste heerser was die in de tradities wordt genoemd, en deze veronderstelling wordt ondersteund door tradities die rond 1890 zijn vastgelegd door RE Dennett, die Njimbe ook noemde als de eerste heerser.
Op basis van latere tradities uit de negentiende en twintigste eeuw die de stichting van Loango met die van Kongo verbonden, stelde Phyllis Martin een veel eerdere stichting voor, de late veertiende of vroege vijftiende eeuw. Ze betoogt vervolgens dat de afwezigheid van Loango in vroege titels van de koning van Kongo bewijst dat Loango op dat moment al onafhankelijk was.
Njimbe had een opvolgingsregel gecreëerd die rond 1600 van kracht was, waarin de koning het bevel over vier provincies gaf aan leden van zijn familie, genaamd de provincies Kaye, Boke, Selage en Kabango, en de koning moest worden gekozen uit een rotatie tussen hen. Toen de koning stierf, nam de heerser van Kaye het over, zoals hij inderdaad deed in de opvolging vóór 1624, en als de regel werd gevolgd, nam de heerser van Boke zijn plaats in; de andere twee provinciale heersers kwamen ook naar voren en de koning benoemde een nieuwe heerser voor Kabango.
In 1663 werd de toen regerende koning door de Italiaanse kapucijner priester Bernardo Ungaro gedoopt tot Afonso, maar er was aanzienlijke tegenstand vanuit het land en toen hij stierf, nam een niet-christen het over, maar deze werd in 1665 zelf omvergeworpen door een van de christelijke partij. Deze burgeroorlog duurde nog steeds voort in de jaren 1670. Na deze burgeroorlog vluchtten een aantal leden van de christelijke partij naar naburige gebieden, waarvan er een, bekend in de geschiedenis als Miguel da Silva, tot heerser van Ngoyo werd gekozen en daar in 1682 regeerde.
Toen Nathaniel Uring, een Engelse koopman, in 1701 naar Loango kwam om handel te drijven, meldde hij dat de koning was overleden en dat de macht van het bestuur in handen was van de "Koningin of oppergouvernante van dat land", genaamd "Mucundy" en met wie hij te maken had alsof hij met de heerser te maken had.[20] Deze titel verwees naar een vrouw met een vaste rol in het bestuur als toezichthouder op vrouwenzaken.
Er gingen vele jaren voorbij voordat we een nieuwe momentopname van Loango's regering kregen; gedurende deze tijd lijken de regels van opvolging, formeel of informeel, te zijn veranderd. Toen de Franse missionarissen onder leiding van Abbé Liévin-Bonaventure Proyart in 1766 naar Loango kwamen, merkten ze op dat er geen duidelijke opvolging van de troon was, dat iedereen die geboren was uit een persoon die als prinses werd beschouwd (alleen vrouwelijke opvolging deed ertoe) naar de troon kon streven. Bovendien was de dood van een koning reden voor een vaak lang interregnum; de koning die in 1766 regeerde, was pas na een interregnum van zeven jaar aan de macht gekomen, gedurende welke tijd de zaken van het land werden beheerd door een regent genaamd Mani Boman. De Mani Boman werd tijdens zijn leven door de koning benoemd. Meestal werden er twee benoemd om de eventualiteit van de dood van een van de twee te dekken. Zij ontvingen op hun beurt de petities van een aantal geschikte kandidaten voor de troon.
Uiteindelijk kwamen de kiezers van het koninkrijk, die de functies bekleedden die door de overleden koning waren aangesteld, bijeen om te beslissen over de volgende koning. In theorie, zoals de oude grondwet voorschreef, benoemde de koning ook zijn opvolger en plaatste hem als heerser van Kaye, om hem bij zijn dood op te volgen, maar omdat er zoveel onenigheid was over wie de positie zou moeten bekleden, stierf de overleden koning zonder een Ma-Kaye te benoemen.
Historicus Phyllis Martin beweert dat de buitenlandse handel van het land sommige leden van de adel had verrijkt vóór anderen en zo druk had uitgeoefend op de oudere grondwet, omdat rijkere opkomende prinsen hun zaak naar voren brachten. Ze betoogt dat belangrijke leden van de raad mensen waren die hun posities hadden verkregen door contact met buitenlandse handel, met name de slavenhandel, en dat ze de macht waren gaan delen met de koning. Ze veronderstelt dat deze verandering in relatieve macht de raad in staat stelde de koning te domineren door steeds langere interregna af te dwingen. In feite werd er na de dood van koning Buatu in 1787 gedurende meer dan 100 jaar geen koning gekozen. Echter, tot op zekere hoogte bleef het koninklijk gezag in handen van een persoon met de titel Nganga Mvumbi (priester van het lijk) die toezicht hield op het lichaam van de dode koning die wachtte op begrafenis. Verschillende van deze Nganga Mvumbi volgden elkaar op in de late achttiende en door de negentiende eeuw heen.

----Jan Caspar Philips (1690-1775)
INDIAANSCHE PAGODEN EN SCHRIKKELYKE BOETDOENINGEN of LICHAAMS KWELLINGEN DER FAKIRS, gepubliceerd 1731.
Jungle met Indiase tempels en fakirs die zichzelf op verschillende manieren kastijden (hangend aan bomen, etc…). De plaat bevat getallen die elders in een legende worden uitgelegd. De illustratie werd gebruikt in Thomas Salmon's: “Hedendaagsche historie, of Tegenwoordige staat van alle volkeren, derde deel “Behelzende India, Malabar, Kormandel, en Ceilon”.

Vertaald uit het Engels door M. van Goch; uitgegeven in Amsterdam door Isaak Tirion in 1731.

Hieronder getiteld: “INDIAANSCHE PAGODEN EN SCHRIKKELYKE BOETDOENINGEN van LICHAAMS KWELLINGEN DER FAKIRS.”

Gesigneerd en gedateerd hieronder: “IC Philips del et fecit 1731.”

Originele vouwlijnen.

Afmeting beeld 26,5 bij 16,5 cm.

45 euro.

----Chineesche begraafplaats, or. gravure, afm. beeld 17,5x12cm.
5 euro.

-----Gezigt der Europese Faktooryen, te Xavier of Sabi, uit Des Marchais.
Handelspost Ouidah Benin BELLIN 1747 kaart.
Antieke koperplaatkaart; Jacques-Nicolas Bellin (1747).

Originele gravure, 31 bij 23 cm. Afbeelding 28 bij 19 cm.
Perfect!
80 euro.

Vogelvlucht van de Europese factorijen te Sabi.
Rechtsvoor is de factorij van de WIC te zien. Ook de Portugese, Franse en Engelse factorijen zijn afgebeeld.

----Ets Notre Dame Paris, gesigneerd, 11x7cm.,
origineel antiek.
prachtige staat!
45 euro.

----SHL 2003, Michael Jepkes,
ets, gemengde techniek,
ingelijst.
Afm. 40,5 x 40,5 cm / druk 25,5 x 26,5 cm.
In perfecte staat!
60 euro.

Michael Jepkes ( Amsterdam 1938 ) heeft zijn opleiding genoten aan de Academie voor Beeldende Vorming in Tilburg. De aandacht voor grafiek is bij hem altijd aanwezig geweest en hij is door docent Maarten Krabbé gestimuleerd met allerlei technische experimenten. Aanvankelijk maakte hij lino’s en monotypes, maar vanaf begin jaren ’70 vrijwel uitsluitend etsen, waarin hij verschillende technieken (droge naald, aquatint, gravure of mezzotint) in één prent combineert.

Dit werk genaamd SHL is in eigen druk vervaardigd in een oplage van 400 stuks met de gemengde techniek, genummerd 317 en netjes ingelijst met passe partout in metaal achter glas. Het werk dateert van 2003.

-----De Stad Zutphen langs den Yssel 1744,
H. Spilman, J. de Beijer,
Afm. beeld: 21 X 8,5 centimeter
Uitzicht op Zutphen vanaf de overkant van de IJssel.
Kopergravure uit "Het Verheerlykt Nederland", uitgegeven rond 1750 door I. Tirion te Amsterdam.
Origineel antiek!
In mooie staat.
60 euro.

----Zaandam.
Steel Engraving by Johann Gabriel Friedrich Poppel (1817-1882), after William John Cooke (c. 1797 - 1865), circa 1860.
Uitgever G.B. van Goor, Gouda.
Komt uit de uitgave van “Het Koninkrijk der Nederlanden “ van J.L. Terwen
De afbeelding zelf is 11 x 16 cm. en is bijzonder scherp en gedetailleerd.
In perfecte staat!
40 euro.

----Foto, jongen met harmonica en hond, 26 bij 20 cm., gesigneerd rr "93 (Richard Rodenburg?)
Origineel.
Graag uw bod.

----Veerle Hildebrandt,
litho 2006, 20 x 10 cm., in passe partout.
45 Euro.
veerle hildebrandt (mechelen) is illustrator én grafisch vormgever. Ook etsen doet ze graag. Momenteel volgt ze de master beeldverhaal in brussel.

---Fotoschilderij Geek Zwetsloot, 110/600 of 350/600, gesigneerd.
Prachtig ingelijst: lijst 60 bij 60 cm. Foto 40 bij 40 cm.
Nieuw. Perfect om cadeau te doen.
35 euro per stuk.

---Emile Snellen van Vollenhoven,
Asia quake tsunami 2004.
Uniek schilderij gemaakt n.a.v. de tsunami in azië, waar tienduizenden het leven verloren. Afm.: 50 Bij 40 cm. In perfecte staat. Zie de site van dutchartist.
160 euro.
Emile snellen van vollenhoven woonde en werkte in Bali. Twee jaar geleden helaas overleden. Hij exposeerde over de hele wereld. In bali en in nederland kunt u zijn kunst bezichtigen.

---Prachtige gravures 1890-1905, afm.32x23cm., in perfecte staat.

---Projection für Alle,
Wanderungen durch die Schweiz, IV Teil: Von Zürich nach Lugano.
24 antieke glasdia's, serie 34, in originele doos, compleet, 1880.
Nog 5 glasdia's serie 2, nrs. 12, 13, 16, 17 en 18.
50 euro.

---Cisca simons,
litho: banque de suez, rotterdam, 1989, 40/300, ingelijst, met lijst 36 bij 28 cm. Gesigneerd.
40 Euro.

----Chinees reliëf, kurksnijwerk, formaat 43 bij 18 cm, vervat in van rijstpapier voorziene houten omlijsting, met daaromheen een houten (eiken?) lijst.
Afgesloten met een houten paneel en klossen. Glasplaat. Gemaakt rond het jaar 1900.
100 euro

----rie cramer,
affiche blue band, ingelijst: "Koopt heden blue band versch gekarnd 30 cent per 1/2 pond", met gelithografeerde voorstelling van meisje in het najaar met een mandje met daarin blue band. Gelijst achter glas en in passe-partout. Afm.lijst: 52 x 39 cm afm. Beeld 39,5 x 25 cm perfect.
29 euro.
Advertentienummer: m2223573937
Bekijk ook deze
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...