De basisregels van het kezenspel zijn vrij eenvoudig. Elke speler begint met vier pionnen die vanuit hun 'thuis' naar het 'honkspeelveld' moeten worden verplaatst. Dit gebeurt door kaarten te trekken en het aantal stappen te maken dat de kaart aangeeft. Het doel is om al je pionnen in het honk te krijgen voordat de anderen dat doen. Er zijn speciale regels over hoe je pionnen je tegenstander kunnen blokkeren of terugsturen.
Je kunt met 2 tot 6 spelers deelnemen aan een potje kezenspel. Dit maakt het spel flexibel en leuk voor kleinere groepen of grotere bijeenkomsten. Met meer spelers kun je strategischer spelen, terwijl het met minder spelers sneller kan gaan. De instelling bepaalt ook hoe je de kaarten gebruikt: met 2 spelers speel je met 26 kaarten, maar met 6 spelers gebruik je een volledig spel van 78 kaarten.
Een goede strategie in het kezenspel is om je pionnen optimaal te positioneren. Probeer altijd een evenwicht te vinden tussen offensief en defensief spelen. Het blokkeren van tegenstander pionnen kan hen vertragen, maar zorg ervoor dat je zelf ook niet teveel risico neemt. Blijf ook alert op de kaarten van de tegenstander en speel in op hun zetten waar mogelijk.
Het kezenspel kent verschillende varianten die de ervaring kunnen variëren. Er zijn regionale verschillen, zoals in de regels en het aantal kaarten dat wordt gebruikt. Sommige varianten hebben ook unieke elementen, zoals extra kaarten met speciale ladingen. Dit maakt het spel steeds weer vernieuwend en zorgt voor plezier bij iedere speelsessie.
Het kezenspel is leuk voor zowel jong als oud omdat het eenvoudig te leren en leuk is om te spelen. Het stimuleert sociale interactie en teamwork. Jonge spelers kunnen hun strategische vaardigheden ontwikkelen, terwijl oudere spelers kunnen genieten van het competitieve aspect op een ontspannen manier. Hierdoor is het een geweldige activiteit voor famile of vrienden.