De belangrijkste ingrediënten voor een goede appeltaart zijn appels, suiker, kaneel, boter en meel. Voor de bodem heb je ook eieren nodig. Appels zijn de ster van de show, dus kies voor een soort die zuur en zoet is, zodat je een mooie balans krijgt in de smaak.
Om een klassieke appeltaart te maken, begin je met het maken van het deeg. Meng meel, boter en een snufje zout tot een kruimelig mengsel. Voeg dan water toe, kneed het tot een bal en laat het 30 minuten rusten. Snijd ondertussen de appels in partjes, meng deze met suiker en kaneel. Rol het deeg uit, voeg de appelvulling toe en dek af met een tweede laag deeg. Bak het in de oven tot het goudbruin is.
Het maken van appeltaart is niet echt moeilijk, maar het vraagt wel wat tijd en aandacht. De sleutel is om aandacht te besteden aan de kwaliteit van de ingrediënten en de juiste baktijd te volgen. Zodra je de basis onder de knie hebt, kun je eenvoudig variëren met verschillende smaken.
De beste appels voor appeltaart zijn meestal een combinatie van zoete en zure soorten, zoals de Goudreinet of de Elstar. Deze zorgen voor een heerlijke smaak en goede textuur tijdens het bakken. Zorg ervoor dat de appels stevig zijn, zodat ze hun vorm behouden tijdens het bakken.
Zelfgemaakte appeltaart bewaar je het best in een luchtdichte verpakking op kamertemperatuur. Zorg ervoor dat de taart helemaal is afgekoeld voordat je hem verpakt, zodat er geen vocht in de verpakking blijft hangen. Probeer ook de taart binnen een paar dagen op te eten voor de beste smaak.