De kerstcactus groeit het beste in een lichte ruimte, maar vermijd direct zonlicht, vooral in de zomer. Een temperatuur tussen 18 en 22 graden Celsius is ideaal. Zorg voor een luchtvochtigheid van 50-60% voor de beste groei, wat je eventueel kunt verhogen door regelmatig te spuiten met water.
Verpotten kan het beste in de lente gebeuren, als de plant na de bloei weer actief gaat groeien. Kies een pot die iets groter is dan de huidige pot en gebruik cactusgrond die goed doorlatend is. Haal de plant voorzichtig uit de pot, verwijder oude aarde en plaats de plant in de nieuwe pot. Vul aan met nieuwe aarde en geef de plant na het verpotten niet meteen water om wortelrot te voorkomen.
Je moet een kerstcactus water geven als de bovenste laag van de potgrond droog aanvoelt. Dit gebeurt meestal om de 2-3 weken. Zorg ervoor dat je overbevochting voorkomt, want dat kan leiden tot wortelrot. Gebruik bij voorkeur regenwater of mineraalarm water, omdat kerstcactussen gevoelig zijn voor kalk.
Kerstcactussen kunnen worden aangetast door verschillende plagen zoals spintmijten of mealybugs. Houd de plant goed in de gaten en gebruik af en toe een milde zeepoplossing om plagen te bestrijden. Bij een ernstige aanval is het vaak beter om de plant volledig te behandelen met een specifieke plantenziektemiddel.
Stekken kan het beste in het voorjaar. Snijd gewoon een paar gezonde takken af en laat ze een paar uur drogen zodat de snijwonden kunnen genezen. Plant de stekken vervolgens in cactusgrond en zorg ervoor dat je ze vochtig houdt tot ze wortel schieten. Dit kan enkele weken duren.