Jason Goes To Hell is anders dan eerdere films in de franchise omdat het zich meer richt op het bovennatuurlijke en de mythologie rond Jason Voorhees. In tegenstelling tot eerdere films, die zich concentreerden op het slasher-element, mengt deze film horror met elementen van demonen en transformaties. Dit zorgt voor een frissere benadering van het verhaal, hoewel het bij sommige fans controversieel is.
Belangrijke thema's in Jason Goes To Hell zijn onder andere de cycli van geweld en de gevolgen van moord. De film verkent ook identiteit en transformatie, vooral hoe Jason zijn vorm kan veranderen en de invloed daarvan op de mensen om hem heen. Daarnaast staat de strijd tussen goed en kwaad centraal, wat typerend is voor veel horrorfilms.
De sfeer in Jason Goes To Hell wordt vooral neergezet door het gebruik van donkere belichting, en grimmige locaties die een gevoel van onbehagen creëren. De soundtrack draagt ook bij aan de spanning, met doordringende en angstaanjagende muziek. Dit zorgt ervoor dat kijkers op hun hoede zijn en mee worden gesleept in het verhaal.
Wat Jason Goes To Hell uniek maakt in de franchise is de introductie van de concepten van demonische bezetenheid en de uitbreiding van Jason’s oorsprong. De film gaat verder dan de gebruikelijke moordzucht van Jason en verkent hoe zijn kwaadheid overgedragen kan worden aan anderen. Deze nieuwe wending geeft het verhaal een andere laag, die niet eerder in de franchise werd verkend.
De personages in Jason Goes To Hell spelen een vitale rol in het verhaal. Jessica en Steven zijn de centrale protagonisten die proberen te overleven en de mysteries rondom Jason te ontrafelen. Daarnaast zijn er andere karakters, zoals Duke, wiens kennis over Jason en zijn verleden cruciaal is voor de plot. Hun individuele en gedeelde ervaringen dragen bij aan de spanning en ontwikkeling van het verhaal.