Een brandweerwagen heeft meestal een krachtige motor, een grote watertank en is uitgerust met verschillende blusmiddelen. Ook zijn ze vaak voorzien van verlichting en sirenes voor de zichtbaarheid en veiligheid tijdens uitrukken. Daarnaast zijn er vaak speciale compartimenten voor het opslaan van blusmateriaal, zoals slangen en ademluchtapparatuur.
Bij een noodsituatie rijdt de brandweerauto zo snel mogelijk naar de locatie van het incident. Eenmaal aangekomen, zetten de brandweermensen de benodigde uitrusting in, zoals slangen voor het blussen van branden en gereedschappen voor het redden van mensen. De brandweerman of vrouw heeft ook de taak om te beoordelen welke aanpak het beste is, afhankelijk van de situatie.
Op een brandweerwagen vind je vaak blusapparatuur zoals brandweerslangen, waterpomp-systemen, en speciale gereedschappen zoals breekijzers en zaagapparatuur. Ook zijn er AED's (Automatische Externe Defibrillators) en medisch materiaal aan boord om eerste hulp te kunnen bieden. Reflecterende kleding of helmen zijn ook standaard, zodat personeel goed beschermd is.
Het onderhoud van een brandweerauto is essentieel voor de veiligheid van zowel de brandweermensen als de inwoners. Dit omvat regelmatige controles van de technische staat, zoals de motor, remmen en verlichting. Daarnaast is het belangrijk om de blusapparatuur te testen en indien nodig te vervangen. Dit onderhoud gebeurt vaak door gespecialiseerde technici om ervoor te zorgen dat alles optimaal functioneert wanneer dat nodig is.
Er zijn verschillende soorten brandweerwagens, waaronder tankautospuiten, autospuiten en hoogwerkers. Een tankautospuit heeft een grote capaciteit voor water, terwijl een autospuit vaak lichter en sneller is. Hoogwerkers worden gebruikt om bij hoge gebouwen te kunnen blussen. Daarnaast zijn er ook speciale voertuigen voor chemische incidents of natuurrampen, en hulpverleningsvoertuigen die kunnen worden ingezet bij diverse soorten noodgevallen.