Meubels uit de 17e eeuw zijn vaak robuust en hebben een stevige constructie. Ze zijn vaak versierd met gedetailleerde houtsnijwerken en vaak afgewerkt met donkere, rijke kleuren. Een ander kenmerk zijn de zware, solide uitstraling en de functionele ontwerpen, aangezien deze meubels vaak bedoeld waren voor dagelijks gebruik.
De stijl van 17e-eeuwse tafels is vaak eenvoudiger en stoerder dan die uit latere perioden, zoals de 18e en 19e eeuw, die meer decoratieve elementen en luxe afwerkingen bevatten. In de 17e eeuw zie je vaak meer solide en praktische ontwerpen, terwijl latere stijlen meer aandacht besteden aan elegantie en sierlijke details.
In de 17e eeuw werden voornamelijk houtsoorten zoals eiken en notenhout gebruikt voor het maken van tafels. Eikenhout was bijzonder populair vanwege zijn duurzaamheid en beschikbaarheid. Soms werden ook exotische houtsoorten gebruikt voor bijzondere meubels, wat de status van de eigenaar kon benadrukken.
Het handwerk speelde een cruciale rol in de meubels uit de 17e eeuw. Elk stuk was uniek en met zorg samengesteld, waarbij ambachtslieden hun vaardigheden gebruikten om kwaliteit en detail te waarborgen. Dit maakt antieke meubels niet alleen functioneel, maar ook waardevol vanuit een historische en artistieke invalshoek.
Om de authenticiteit van een 17e-eeuwse tafel te bepalen, kun je kijken naar de gebruikte materialen en de constructiemethoden. Let op de kwaliteit van het houtsnijwerk en de bevestigingen, zoals houtverbindingen. Daarnaast kunnen ouderwetse slijtage, patina en eventuele markeringen van ambachtslieden ook aanwijzingen geven over de leeftijd en oorsprong van het meubel.